Hitpotentie: 9,0
Ze doen het weer. The Last Dinner Party, de band die klinkt alsof Kate Bush een weekend opgesloten zat met Florence Welch, een fles rode wijn, en drie boeken van Oscar Wilde. Met Count The Ways bewijzen ze dat hun succes geen toeval was — dit is barokpop op steroïden, overgoten met drama, glitter en perfect getimede melancholie.
De song opent met een koortsige spanning. Strijkers, piano, en een zanglijn die je meteen de keel dichtknijpt. “Count the ways I could love you…” — het klinkt romantisch, maar ergens hoor je de dreiging al: dit is geen liefdeslied, dit is een bekentenis met dolk in de hand.
De productie is ronduit schitterend. De stemmen zweven als parfum in een overvolle kamer — verleidelijk, verstikkend, betoverend. Het is theatraal zonder kitsch te worden, iets wat bijna niemand nog durft. De gelaagdheid, de dynamiek, de elegantie: alles klopt. En toch voelt het rauw, menselijk.
Er zit iets wanhopigs in Count The Ways: een zoektocht naar liefde die te intens is om goed af te lopen. Het is die herkenbare, overdreven passie die je alleen hebt als je jong bent en denkt dat de wereld uit poëzie bestaat. En precies daarom werkt het.
Kortom:
Count The Ways is het geluid van een band op de top van haar kunnen — slim, sensueel, schaamteloos dramatisch.
Een anthem voor wie weigert om nuchter te worden.
The Last Dinner Party laat zien dat overdaad wél kan smaken — als het met klasse wordt opgediend.
En dat doen ze. Tot op de laatste noot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten