Do you call yourself a fucking hurricane like me?”
Ja hoor. Halsey stelt de vragen die je moeder liever niet hoort tijdens het avondeten.
Gasoline is niet zomaar een popsong — het is een emotionele auditie voor de hoofdrol in je eigen breakdown.
Vol zelfhaat, diagnoses en synthetische woede.
En je zingt het keihard mee.
Want herkenning is ook iets waard, blijkbaar.
De productie is loeistrak.
Een mix van electropop, industrial en die typische 2010’s alt-pop-saus die klinkt alsof iemand Lorde in een blender heeft gegooid samen met een capsule Prozac.
Het refrein is catchy op een manier die je eigenlijk ongemakkelijk zou moeten vinden.
Maar je gaat toch.
Keihard.
Halsey weet: kwetsbaarheid verkoopt pas écht goed als je het produceert alsof het op een festival moet ontploffen.
En Gasoline is precies dat:
een innerlijke monoloog met een knal.
Een therapiegesprek op een beat.
Geen oplossing. Wel een hook.
Het is groots. Het is heftig.
En het is, eerlijk is eerlijk, een beetje over de top.
Maar daar zit juist de kracht.
Halsey maakt van mentale instabiliteit iets om op te dansen.
En dat is precies waarom het blijft hangen.
Cijfer: 8,2
Hitpotentie: 9,0 – Geen feelgood, wel fullblast. Voor iedereen die ooit zijn diagnose gegoogeld heeft met de volumeknop op 10.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten