David Kushner heeft weer een nummer uitgebracht dat klinkt alsof je met je hoofd tegen een kerkmuur aanleunt terwijl je langzaam beseft dat de mis al een uur voorbij is. Heavens Sirens is groots, gedragen, en zweeft ergens tussen Bijbelse ernst en TikTok-melancholie.
Zijn stem is – toegegeven – indrukwekkend: een soort kruising tussen een verdwaalde dominee en een mislukte Hozier-auditie. Ruw, donker, meeslepend. Je ziet hem al zitten in een schemerige kamer, bij een piano, waar hij net iets te lang naar een glas rode wijn staart.
En toch. Het verrast niet. Het bouwt, het gromt, het zwelt, het sterft weg – maar dat deed zijn vorige nummer ook. En die daarvoor. Kushner is als een kerkklok die elke zondag trouw luidt, maar je op dinsdag niets meer zegt.
Dat Heavens Sirens zo goed werkt, zegt misschien meer over ons dan over hem. We willen blijkbaar allemaal gered worden. Of in ieder geval iets voelen. Ook al weten we precies wanneer het koor inzet.
Cijfer: 7,3
Geen opmerkingen:
Een reactie posten