Sommige artiesten zingen alsof ze hun dagboek voorlezen.
Lola Young niet.
Zij schreeuwt haar dagboek in je gezicht,
verfrommelt het en duwt het daarna terug je oren in.
Met “SPIDERS” levert ze geen liedje af, maar een confrontatie.
Een sonische ram.
Alsof Amy Winehouse en PJ Harvey samen op een motor stappen en besluiten dat het genoeg is geweest.
De track is stevig —
in sound, in toon, in intentie.
Grommende bassen, bijtende gitaren, en een ritme dat stuitert als een zenuwinzinking op cafeïne.
De productie is rauw, hoekig, precies zoals het moet zijn voor een tekst die draait om innerlijke chaos.
“I’ve got spiders in my head, and they won’t let go”, zingt ze.
En het klinkt niet overdreven.
Het klinkt als een feit.
Young’s stem is ruw en onverbiddelijk,
alsof ze je bij je kraag grijpt en zegt:
“Luister nou gewoon even.”
En dat doe je.
Niet omdat het moet,
maar omdat je voelt dat ze het meent.
Dit is geen bedachtzamer popliedje.
Dit is een brok mentale instabiliteit verpakt in een productie die balanceert tussen alternatieve rock en vuige soul.
SPIDERS is geen nummer dat je opzet bij een romantisch diner,
tenzij je date psycholoog is.
Maar het is wél een nummer dat je hard op repeat zet als je zelf ergens vastzit.
Het is therapie met distortion.
En soms is dat precies wat je nodig hebt.
Cijfer: 8,0
Hitpotentie: 7,2
🕷️ Een angststoornis met een beat. Klinkt beter dan het voelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten