dinsdag 30 september 2025

Loupe – Not Alone (★★★★☆) Dromerig verdwalen zonder kompas, maar met een warm dekentje.

Er zijn van die nummers die niet beginnen, maar gewoon gebeuren. Alsof iemand een kamer binnenloopt, zachtjes begint te neuriën, en je pas later doorhebt dat je al drie minuten zit te luisteren. Not Alone van Loupe is precies zo’n nummer.

Het roept diezelfde sfeer op als Meet Me at the Lighthouse van Mister and Mississippi. Die melancholische kabbeling. Die langzaam stromende rivier van gitaren en synths, waar je maar in blijft dobberen. De zang zweeft er overheen, licht trillend als een kaarsvlam in tegenlicht. Er is geen refrein dat je bij de lurven grijpt, maar een constante stroom van troost. Je bent niet alleen, je bent alleen even stil.

De opbouw is subtiel, het tempo sluimert. Loupe fluistert, waar anderen schreeuwen. Alsof ze willen zeggen: als je écht luistert, hoor je alles. Of niets, en dat is ook oké.

Cijfer: 8,3
Hitpotentie: 6,7 – Geen hit, wel hechte band met je koptelefoon.
Quote: “Alsof je hand in hand met de eenzaamheid wandelt, maar het voelt goed.”
Kleine verrassing: De gitaarlijn in de laatste minuut: simpel, maar effectief.

Loupe bouwt verder aan iets moois. In het donker, op blote voeten, richting de vuurtoren.


Barry Manilow – Once Before I Go (★★☆☆☆) Barry zingt alsof hij de karaoke-machine óók moet wakker schudden.

Er zijn momenten in het leven waarop je denkt: “Had ik dit moeten horen?” Dit is er zo één. Once Before I Go, oorspronkelijk van de flamboyante Australische zanger Peter Allen, is een emotionele ballad over afscheid, herinneringen en melancholie. In de handen van Barry Manilow wordt het… tja… een soort muzikaal zwanenmeer met kapotte vleugel.

Het probleem begint bij de stem. Manilow klinkt niet ouder of doorleefder – nee, hij klinkt alsof hij stiekem de verkeerde microfoon heeft gepakt. Een microfoon met vocale autotune die ontworpen is om geesten op te roepen. Zijn stem schuurt, kraakt, zakt soms weg en wordt dan weer zo opgepoetst dat het lijkt alsof hij door een stofzuiger zingt. Je vraagt je af: waar is Barry gebleven? Of wie dit überhaupt is.

De productie probeert het te redden met strijkers en een flinke dosis galm, maar het blijft een doekje voor het bloeden. De emotie van het origineel – rauw, persoonlijk, bijna breekbaar – is hier vervangen door iets dat klinkt als een musicalauditie om half acht 's ochtends na een slechte nacht.

Barry, we houden van je, maar deze was er één te veel. Misschien Once Before I Go, maar dan wel… echt gaan.

Cijfer: 4,2
Hitpotentie: 2,1 – Alleen voor mensen die per ongeluk op “play” drukken tijdens het afstoffen van hun jaren '80 playlist.
Quote van de week: "Zelfs de backing vocals lijken zich af te vragen wat hier gebeurt."

Clan of Xymox – Once Upon A Time (★★★½☆) Dansen in het donker, maar dan met een glimlach.



Alsof The Cure een middag had vrijgenomen om iets luchtigers te proberen. Once Upon A Time is wat je krijgt als Clan of Xymox besluit dat het leven niet alleen uit mistbanken, grafstenen en huilende synths hoeft te bestaan, maar ook uit… een klein zonnestraaltje door de zwarte gordijnen.

We horen een ritmische opbouw die bijna dansbaar is. Ja, dansbaar – althans, voor wie zijn benen ooit durft te strekken in een zwart-wit outfit. De baslijn rolt als een opgewekte postbode over een verlaten kerkhof, terwijl de gitaar flarden van romantiek uitstrooit alsof Robert Smith zelf even langskwam met een pluk haarlak en een knipoog.

En dan die stem. Nog steeds donker, maar iets minder graf. Het is alsof frontman Ronny Moorings zich even niet afvroeg wat de zin van het leven is, maar gewoon dacht: “Nou vooruit dan, één keer iets hoopvollers.” De tekst is vaag, natuurlijk – het is Clan of Xymox – maar het voelt alsof er ergens iets goeds gebeurt.

Toch blijft het Xymox: het sprookje eindigt niet met “en ze leefden nog lang en gelukkig”, maar eerder met “en toen was het weer maandag.” Maar ach, zelfs goths verdienen een vleugje licht.

Cijfer: 7,9

Hitpotentie: 6,8 – Te luchtig voor de echte die-hards, te duister voor de TikTok-generatie. Maar precies goed voor wie op zolder danst met de gordijnen dicht.

Clan of Xymox – Blood of Christ (★★★★☆)Darkwave met wierookgeur en Nijmeegse bodemvastheid.

Als je Blood of Christ hoort, weet je: dit is niet voor bij het kampvuur met marshmallows. Dit is voor koude kerkruïnes, regen die horizontaal waait en een hoofd vol existentiële vragen. Clan of Xymox – het beste exportproduct van Nijmegen sinds de Vierdaagse en de kersenflap – bewijst dat duisternis een kunstvorm is, en geen gimmick met eyeliner.

De track sleept je mee in een trage, pulserende duisternis. Een baslijn die klinkt als een hartslag van iemand die al tien jaar geen zonlicht heeft gezien. Gitaren die eerder huilen dan spelen. En een stem die rechtstreeks uit een klooster met lekkende gotiek lijkt te komen.

Het refrein is allesbehalve meezingbaar – gelukkig maar. Want dit is geen popliedje, dit is een kleine gothmis, opgedragen aan een verloren geloof en een overgebleven gevoel. De tekst is vaag genoeg om mysterieus te zijn, en concreet genoeg om te voelen dat het ergens over gaat. Of dat nou religie is, een ex, of de dood van je favoriete boekwinkel – dat mag je zelf invullen.

Toch voelt het allemaal nooit goedkoop. Geen gothic voor beginners, geen clichékoorzang. Alleen pure, eerlijke melancholie, in een jasje van leer en met een druppel wierook op de revers.

Cijfer: 8,4
Hitpotentie: 5,1 – Hoog in de kelder van Paradiso, maar onzichtbaar op Qmusic. Gelukkig maar.
Nijmegen trots: Jazeker. Alsof de Waal even niet stroomde, maar dreunde.

maandag 29 september 2025

ALBUM RECENSIE :Kate Bush – Best of the Other Sides (★★★★½) Zelfs haar B-kanten zijn A-kwaliteit. Bij Kate is zelfs de achterkant een voorgrond

Wie bij deze verzamelaar dacht een restjesbuffet voorgeschoteld te krijgen, komt bedrogen uit. Best of the Other Sides is geen verzameling afdankertjes. Dit is de geheime tuin van Kate Bush: verborgen paadjes, betoverende zijweggetjes en geluiden die je nergens anders hoort – behalve in het hoofd van Kate zelf. En zelfs daar moet je een gids bij hebben.

De compilatie bevat B-kanten, liveversies en obscure tracks die eerder enkel voor fanatieke verzamelaars en cassette-jagers bereikbaar waren. Maar wat opvalt: de kwaliteit is onaangetast. Waar anderen hun B-sides gebruiken om ongebruikte restmuziek in de goot te dumpen, gebruikt Kate ze om werelden te scheppen. Donkere, zwoele, onnavolgbare werelden. Zelfs een ‘demo’ bij haar klinkt alsof ze het universum herschikt met een drumcomputer en een theeketel.

Tracks als Under the Ivy en Be Kind to My Mistakes zijn geen tussendoortjes, maar volwaardige hoofdstukken in het boek-Bush. Mystiek, filmisch, en met die stem die ergens tussen engel en ether zweeft. En dan You Want Alchemy: alsof Florence Welch een heksencursus volgt bij Laurie Anderson, met de stem van een slaapwandelende fee op absint.

De hele plaat voelt als een brief van een oude geliefde: je wist dat er nog iets was, en nu weet je wat. Geen knallers, geen singles, maar subtiele sporen die je volgen moet. En net als je denkt: "Wat wil ze nou eigenlijk zeggen?" – verdwijnt de muziek weer achter het gordijn.

Cijfer: 9,1
Hitpotentie: 6,8 – Geen TikTok-materiaal, maar wel manna voor de ziel van de melancholische muziekliefhebber.

Anna of the North – I Don't Know What You See In Me (★★★☆☆) Pop met een ijslaagje. Mooi om naar te kijken, maar je glijdt er zo weer vanaf.


Anna of the North doet wat ze altijd doet: ze zingt zacht, dromerig en lichtjes verloren, alsof ze net wakker is geworden in een Scandinavische IKEA-showroom. En I Don't Know What You See In Me is daar een prima soundtrack bij. Het is een fragiele popsong die zich tussen melancholie en synthpop in wurmt, met een refrein dat net groot genoeg is voor een TikTok-reel en net klein genoeg om niets kapot te maken.

De tekst is een soort liefdesbrief geschreven met uitwisbare inkt. Ze wil kwetsbaar zijn, maar dan wel in HD en met ring light. "Ik weet niet wat je in me ziet", zingt ze. Wij ook niet helemaal. Het is mooi, dat wel. Glanzend, gestileerd, gepolijst. Maar ook veilig. Geen rafelrandje, geen risico. Geen zweet, geen tranen – alleen mist.

En juist daardoor blijft het wat hangen in de lucht, zoals parfum van iemand die je net miste op een verlaten treinstation. Je ruikt het even. En dan is het weg.

Cijfer: 7,0
Hitpotentie: 7,3 – Precies catchy genoeg voor indie-pop playlists en Scandinavische Netflix-series.

Ruel – Wild Guess (★★★☆☆) Alsof iemand een John Mayer-demo heeft gevonden, en dacht: ja, dit maar dan met minder risico.

ruel, de Australische golden boy met het haar van een surfleraar en de stem van een gevoelig notitieboekje, komt met Wild Guess op de proppen. En het is… precies dat. Een wilde gok. Want de track is net zo gepolijst als een showroom-keuken, maar mist de ziel van een avondmaal met vrienden.

Muzikaal zit het prima in elkaar. De productie is helder, de stem kraakvrij en het refrein blijft – met wat goede wil – hangen. Maar het voelt allemaal alsof het geschreven is door een algoritme dat "gevoel" als plug-in heeft geïnstalleerd. Het is Ruel zoals we hem kennen: netjes, gevoelig, niet te ingewikkeld. En misschien is dat ook het probleem.

De tekst probeert diep te graven, maar blijft steken in de categorie "dagboek van een puber met toegang tot Spotify en dure sneakers". Je hoort hem zuchten, je voelt dat het ergens pijn doet — maar waar precies, dat blijft onduidelijk. En dus voel je als luisteraar… niet zoveel.

Het is een liedje dat niemand pijn doet, maar ook niemand echt raakt. Tenzij je vijftien bent en denkt dat “emotioneel volwassen” betekent dat je ooit een relatie van drie weken hebt gehad.

Cijfer: 6,5
Hitpotentie: 7,0 – Popradio lust dit rauw. Indie-luisteraars zuchten zachtjes.


Provinz – Bringst du mich nachhaus (★★★☆☆) Alsof Keane een avond met Kraftklub heeft doorgehaald en daarna spijt kreeg

Provinz weet wel hoe ze je net niet laten huilen. “Bringst du mich nachhaus” is een soort muzikale lift naar huis, maar dan eentje waarbij de bestuurder net iets te veel gevoelens heeft en je onderweg drie keer moet stoppen om “even te praten”.

De zanger gooit zijn hart eruit alsof het in de aanbieding is bij de Lidl. En dat werkt. Soms. De emotie is voelbaar, oprecht zelfs, maar muzikaal leunt het net iets te vaak op dezelfde formule: dramatisch crescendo, galmende gitaren, en dat typische “we-gaan-nu-met-z’n-allen-meezingen”-moment.

Toch valt er genoeg te waarderen. Het refrein blijft hangen, het arrangement is degelijk en live zou dit zomaar een kippenvelmomentje kunnen opleveren, zeker als het regent en je net gedumpt bent via WhatsApp.

Maar het is ook een beetje het muzikale equivalent van een mok warme chocolademelk: troostend, bekend, maar zonder verrassingen.

Cijfer: 7,1
Hitpotentie: 7,8 – Vooral op Duitse radio, tussen Silbermond en een reclamespot voor hoestsiroop.

zondag 28 september 2025

November Növelet – Möwen (★★★★☆) Alsof Kraftwerk en Nico elkaar ontmoeten op een verlaten Oost-Duits strand.

Er zijn van die nummers die klinken alsof ze uit een andere wereld komen. Niet per se een betere wereld, maar een kil, grijzig universum waar het altijd schemert, de koffie lauw is en niemand echt praat. “Möwen” van November Növelet is precies zo’n nummer. En dat bedoelen we als compliment.

Met de traagheid van een ijskoude treinrit en de melancholie van een DDR-gids met burn-out neuriën ze hier door de minimal wave. Synths die niets willen, behalve blijven ademen. Een stem die je niet troost, maar je wel ergens aan laat denken — aan iets wat je verloren bent, al weet je niet meer wat.

De titel betekent “Meeuwen”. Nou, deze meeuwen krijsen niet. Ze cirkelen. Stil. Dreigend. Alsof ze wachten tot je iets laat vallen. Geen hitpotentie in de klassieke zin, maar in de juiste Berlijnse kelder barst hier een dansvloer in slow motion uiteen.

Waar andere bands hun best doen om je te raken, blijft November Növelet koppig op afstand. En juist daardoor raakt het alsnog. “Möwen” is koud, maar nooit leeg. Traag, maar nooit saai. En bovenal: stijlvol in zijn onthechting.

Cijfer: 8,4
Hitpotentie: 5,2 – Alleen voor wie rookt in zwart-wit en zijn emoties in mono voelt.

Nile Robinson – Daphne (★★★☆☆)Hij bedoelt het goed. En je hoort het ook.


Daphne" van Nile Robinson is een nummer dat op je afkomt als een nette jongen die met zijn handen in zijn zakken een liefdesverklaring stamelt. Alles is oprecht. Alles is verzorgd. En toch blijft het... vlak. Alsof hij net zijn eerste leren jasje aanheeft, maar de tag er nog aan bungelt.

De productie is minimaal en dromerig, met een gitaarlijntje dat zachtjes wiegt op een ritme dat meer fluistert dan beweegt. De tekst wil poëzie zijn, maar strandt vaak in het voorspelbare – denk aan zinnen waar je het woord “hart” en “pijn” al mijlenver ziet aankomen. Nile zingt met gevoel, dat zeker, maar het is het gevoel van iemand die op veilige afstand van de afgrond blijft staan.

Toch heeft het nummer charme. Juist omdat het zo voorzichtig is. Zo niet-gepolijst in z’n bedoelingen. Het is het soort liedje dat je opzet op een late zomeravond wanneer je een beetje melancholie kunt gebruiken, maar niet het risico wilt lopen echt geraakt te worden. Het blijft mooi op de vlakte dobberen.

Het voelt als een demo die nét geen volledige single durft te zijn. Alsof Nile nog op zoek is naar wie hij écht is – en Daphne misschien ook. Maar ergens in dat zoeken schuilt wel iets. Iets puurs.

Cijfer: 7,1
Hitpotentie: 6,4 – Dit nummer vliegt niet, maar zweeft. Heel rustig. Misschien iets té.

Mouth Ulcers – A Perfect End (★★★½☆)Alsof een regenbui langzaam vergeet waarom hij begon."

Mouth Ulcers – A Perfect End (★★★½☆)

"Alsof een regenbui langzaam vergeet waarom hij begon."

Het is alsof The Chameleons en Slowdive samen opgesloten zijn in een verlaten flatgebouw met alleen een cassettebandje en teveel melancholie. A Perfect End is geen hit, geen anthem, geen liedje eigenlijk — eerder een toestand. Zang klinkt alsof de microfoon zich schaamt. Geen refrein, geen richting, geen climax, en toch wil je blijven hangen in dat vage echo-dal.

Cijfer: 7,3
Hitpotentie: ❌
Stemming: 🌫️
Kleine Verrassing: dat mompelen is eigenlijk verslavend.

Jessica Trocha & Sofie De Schryver – Don’t Shut Me Down (ABBA cover) (★★☆☆☆)

et begint nog hoopvol. Een bekende pianolijn. Je denkt: hé, daar komt ze, de comeback van Agnetha, via de achterdeur van YouTube of een Vlaamse studio. Maar zodra de eerste vocalen klinken, weet je het al: nee, dit is niet Stockholm, dit is Studio 100 in de vergetelstand.

Jessica Trocha en Sofie De Schryver doen hun best. Echt waar. Je hoort de inzet, de beleefdheid, het conservatoriumdiploma op hun stembanden geplakt. Maar wat je niet hoort: gelaagdheid, ABBA-glans, en bovenal: Agnetha. Of Frida. Of Benny. Of überhaupt enige vorm van Zweedse melancholie in glitterjasje.

De instrumentatie is klinisch. Alsof het door een AI is nagemaakt op basis van een karaokeversie van het origineel, terwijl de ziel ergens is blijven hangen in een IKEA-vestiging in Gent. Het voelt alsof ze heel hard proberen om je niet teleur te stellen – maar in dat krampachtige vermijden van fouten is elk sprankje magie verdwenen.

En dan die tekst... “And now you see another me, I’ve been reloaded, yeah.” In de mond van Agnetha: iconisch. In de mond van deze zangeressen: iets tussen een reclametekst voor een printer en een herstartende app. Er zit geen gevaar in. Geen hunkering. Alleen geluidsdicht enthousiasme.


📀 Cijfer: 5,3
📈 Hitpotentie: 4,2 – 
Te goed om slecht te zijn, maar te vlak om te beklijven. De ABBA-sound? Die is hier... zachtjes uitgefaded.

zaterdag 27 september 2025

The Fray - Emerald(★★★☆☆) Emerald glanst niet, maar doft dof en beleefd.

Ergens tussen een kopje kruidenthee en een ingeslikte traan ligt Emerald, het nieuwe nummer van The Fray. De band die ooit wereldberoemd werd door zich af te vragen hoe ze iemand konden redden – en daar een piano bij gebruikten alsof het een wapen was – keert terug met iets dat het midden houdt tussen berusting en brave middelmatigheid.

Isaac Slade klinkt alsof hij net uit een therapeutische sessie komt en meteen achter de microfoon is gaan zitten: rustig, genuanceerd, emotioneel verantwoord. Het probleem? Het is allemaal zo verschrikkelijk netjes. Alsof iemand met een Swiffer door hun studio is gegaan en elk randje heeft weggepoetst.

De piano tikt zijn akkoorden alsof hij je wil vragen hoe het écht met je gaat. Maar op een gegeven moment wil je dat die piano gewoon zijn mond houdt. Want het nummer kabbelt. En blijft kabbelend. Geen piek, geen dal. Alleen maar een soort permanente schemering van gevoeligheid.

En toch… is het mooi. Omdat het The Fray is. En omdat ze de kunst verstaan om je langzaam te laten verdrinken in hun melancholie. Geen nieuwe wegen, geen scherpe bochten – gewoon recht vooruit, op cruisecontrol richting de gevoelige binnenwereld van dertigers met spijt.


📀 Cijfer: 7,0
📈 Hitpotentie: 6,5 – Te langzaam voor de radio, te eerlijk voor algoritmes. Maar perfect voor het moment dat je even niet weet of je nou wilt huilen of slapen.


Amber Run – 5AM (★★★★☆) Een sfeervolle existentiële wanhoop met een dekentje van galm.


Het is 5 uur ‘s ochtends. Je ligt wakker. Niet omdat je wilde, maar omdat je brein vindt dat het nu een goed moment is om alles opnieuw te overdenken. Dan komt Amber Run. En ineens voelt het allemaal logisch.

5AM is geen liedje, het is een kamer. Eén met zachte muren, diffuus licht en precies genoeg echo om de leegte gezellig te maken. De stem van zanger Joe Keogh zwerft ergens tussen hoop en melancholie, zoals een kat die niet weet of hij naar buiten wil of toch liever bij de verwarming blijft zitten.

De opbouw is briljant in zijn traagheid. Het nummer begint klein – alsof het zich verontschuldigt dat het bestaat – maar groeit langzaam naar een meeslepende climax. Zonder geweld. Zonder opsmuk. Alleen maar sfeer, gevoel en een tikje Britse tragiek. Denk Bon Iver zonder baard, of Coldplay voordat ze met confetti begonnen te gooien.

En ja, het is misschien allemaal nét iets te mooi. Te perfect getimed voor die ene scène in een Netflix-drama waar iemand in slow motion uit een taxi stapt. Maar dat vergeef je het nummer graag, want in de kern is het oprecht. Geen bombast. Geen trucjes. Alleen pure, rimpelloze emotie.


📀 Cijfer: 8,4
📈 Hitpotentie: 7,1 – Geen hit op Qmusic, wél op een regenachtige zondag met een kop thee en een gebroken hart.

Bright Eyes -Victory City (★★★☆☆) Conor Oberst leeft nog. En ja, dat hoor je.

Victory City is een titel die ironisch klinkt voor een band die al twintig jaar zingt over existentiële twijfel, emotionele ontwrichting en het soort relaties waarbij je na afloop je planten moet vervangen. Conor Oberst keert terug alsof hij nooit is weggeweest, maar misschien had hij beter nog even kunnen blijven waar hij was.

De tekstuele poëzie is er nog steeds – hij mompelt zich een weg door een halve roman in drie minuten – maar je hoort ook de vermoeidheid. Niet die van de luisteraar, maar van Oberst zelf. Alsof hij elke noot als een morele verplichting zingt: “Ja ja, ik zal het album afmaken, maar dan wil ik daarna wel terug naar m’n kat.”

De productie is netjes, soms zelfs mooi, met piano’s, strijkers, en een flard melancholie per minuut. Maar ergens blijft het steken in zijn eigen pretentie. Je hoopt op een explosie, een verrassing, een akkoord dat uit de bocht vliegt. In plaats daarvan krijg je zorgvuldig getemde tristesse. Bright Eyes is als een goede rode wijn die iemand per ongeluk in de koelkast heeft gezet.

En toch: Victory City raakt iets. Misschien omdat Oberst nog steeds de juiste woorden weet te vinden voor die vage, doordeweekse leegte die we allemaal soms voelen. Of omdat het troost biedt voor wie zichzelf nog serieus durft te nemen – zonder ironie.


📀 Cijfer: 6,8
📈 Hitpotentie: 5,9 – Niet voor de massa. Wel voor mensen met een schemerlamp en een dagboek.


EP RECENSIE Mên An Tol – This Land (★★★½) Folk met modder aan de schoenen, maar wel in een mooi hoesje

Alsof The Cranberries hun Ierse roots herontdekt hebben op een regenachtig festival in Bretagne, met een violist die net te vaak naar The Pogues geluisterd heeft, en een zangeres die denkt: “ik doe gewoon, dan doe ik al gek genoeg.”

Mên An Tol is zo’n band die uit het niets lijkt te komen, maar waarvan je bij het luisteren denkt: “die hebben al twintig jaar geoefend in een stenen schuur.” De instrumentatie is rijk, zonder overdaad. Denk flarden van The Waterboys, maar dan zonder het stadiongevoel. Denk traditioneel, maar dan zonder wollige truien. En dat is al een prestatie op zich.

De titeltrack “This Land” klinkt alsof iemand met beide voeten in de klei staat, maar wel met een goed gevoel voor melodie. De teksten zijn klassiek – een beetje te veel regen, te veel herinneringen aan velden, rivieren en gemiste kansen – maar door de stem van de zangeres wordt het nooit te zwaar. Zij sleept je mee, zelfs al heb je geen idee waar je heen moet.

Sommige nummers lijken even stil te vallen in hun eigen sfeer, maar net op tijd komt dan weer een opzwepend arrangement of een melancholieke vioolsolo die je wakker schudt. Je hoort hier geen revolutie, maar wel overtuiging. En dat is al meer dan je van 80% van de Nederlandse radio kunt zeggen.

Samengevat:

Mên An Tol weet hoe je folk laat klinken als iets dat níet alleen voor boomers of elfenkijkers op Castlefest is. Het is authentiek zonder oubollig te worden, en fris zonder zichzelf te verloochenen. En eerlijk: dat kunnen The Pogues tegenwoordig niet meer zeggen. Die liggen namelijk in coma of zijn dood.


📀 Cijfer: 7,4
📈 Hitpotentie: 6,8 – Niet meteen een TikTok-hit, maar wel iets voor een intiem optreden op Into The Great Wide Open.

The Academic – “Bye Bye Baby” (★★½☆☆) Alsof je naar een oude voicemail luistert van een ex die je al lang vergeten was


Het Ierse viertal van The Academic doet op “Bye Bye Baby” iets wat je eigenlijk alleen nog in romcoms uit 2007 hoort: ze klinken opgewekt over iets verdrietigs, met een refrein dat net iets te hard zijn best doet om je terug te fluiten naar de tijd van Myspace en low-rise jeans.

De gitaren zijn zonnig, het tempo vlot, en de melodie heeft iets wat je na drie keer luisteren meezingt – niet omdat het moet, maar omdat je brein besluit dat dit het enige is wat er nog binnenkomt na een dag doomscrollen. Maar dan komt de onvermijdelijke realisatie: dit nummer is verschrikkelijk gedateerd. Alsof het in een vergeten la lag bij Franz Ferdinand en per ongeluk is meegegeven aan de verkeerde band.

De tekst wil breekbaar zijn, maar blijft hangen in clichés. De titel “Bye Bye Baby” had ook zomaar een restje kunnen zijn van een afgewezen B-kant van The Kooks. Het probleem is niet dat het slecht is — het is erger: het is veilig. Dit nummer wil niemand tegen de schenen schoppen. Het wil je een drankje aanbieden, een knipoog geven, en dan anoniem verdwijnen in de Spotify Shuffle.

En dat is misschien wel het grootste bezwaar. Muziek hoeft niet altijd vernieuwend te zijn, maar als je klinkt alsof je vijf jaar achterloopt op een trend die al tien jaar dood is, dan blijft er weinig over dan een vriendelijk: “Bye Bye, inderdaad.”


🧃 Cijfer: 5,6
📻 Hitpotentie: 6,3 – Middelbare scholier zet dit op in de bus. Daarna nooit meer.


vrijdag 26 september 2025

Kyle Alessandro – “Model” (★★★☆☆) Dansen op de rand van een doorbraak

Kyle Alessandro is een fenomeen dat ergens tussen een TikTok-filter en een talentenjachtfinalist zweeft. Bekend van dans, glitter, en de nodige flair, probeert hij nu ook zijn plek op te eisen als zanger. En hij doet dat met een nummer dat zo overduidelijk “Model” heet, dat je bijna verwacht dat het een modeshow-opener in Milaan is. Maar het is iets raarders: het is Kyle. En dat is tegelijk het probleem en de kracht.

“Model” is een glimmend popliedje dat ruikt naar hairspray, pas gestoomde satijnen overhemden en een manager die iets te vaak zegt: “Jij bent écht de nieuwe Dua Lipa, maar dan mannelijk.” De productie klinkt alsof Max Martin op Red Bull is losgegaan in een Zara-pashokje. Beats strak, synths glinsteren, en alles staat in dienst van één ding: look at me.

En dat… doet Kyle dan ook.

Zijn stem? Niet wereldschokkend. Zijn dans? Beter. Zijn uitstraling? Onmiskenbaar aanwezig. Dit nummer is niet bedoeld om stil bij te zitten. Je moet erbij kijken, klikken, liken. Het is muziek als bijgerecht bij een performance, niet als hoofdgerecht op een album. Maar eerlijk is eerlijk: hij heeft iets. Een soort onbeschaamd zelfvertrouwen dat je alleen kunt faken als je het écht hebt.

Wat mist, is nuance. Of een onverwacht randje. Kyle speelt keurig volgens het script: knap, strak, dansend, zingend, glimmend. Maar muziek wordt pas écht als je een krasje laat zien. Een barst in de spiegel. Dat zit er nu nog niet in – maar de potentie? Die is er. Kyle is geen afgetraind popproduct, maar een ruwe diamant in een glitterpak.


🔮 Cijfer: 6,9
💥 Hitpotentie: 7,4 – Dansvloervulling voor de generatie die nog net weet wie Glee was.
👠 
Tip van de week: hou de titel “Model” aan. Maar gooi er volgende keer wat rafels in.

Claude – Amour (★☆☆☆☆) Of hoe je met één woord vier minuten kunt vullen en tóch niks zeggen.


Het begint met een zwierige synthesizer, een zachte beat, en het vage gevoel dat je in een reclame voor een Frans luchtverfrisser bent beland. “Amour” klinkt alsof Claude na het succes van “Ladada” dacht: weet je wat, ik doe het gewoon nog een keer, maar dan met één Frans woord in plaats van een hele zin. Want Frans klinkt altijd interessant, zelfs als je er niks mee zegt.

Claude zingt “amour” ongeveer 36 keer in vier minuten. Dat is indrukwekkend, maar ook vermoeiend. Je gaat bijna verlangen naar een brug, een couplet, een gedachte — iets. Maar nee. We blijven hangen in een loop van vage gevoelens, glanzende beats en een refrein dat vooral op zichzelf verliefd is.

De productie is gelikt. De clip ongetwijfeld pastel en Instagramwaardig. Maar muzikaal is het de McFlurry onder de popnummers: zoet, luchtig, en na twee happen heb je spijt.

Ergens is het knap hoe Claude blijft laveren tussen eurovisie-pop, Franse discotheek en TikTok-hit-in-de-dop, zonder écht ergens aan te komen. Maar kunst is het niet. Het is een algoritme met een glimlach.


🧊 Cijfer: 4,2
📉 Hitpotentie: 7,9 – Want “amour” is altijd een goed idee in de hitlijsten.
💔 Claude spreekt Frans. Maar de liefde? Die is zoek.


RECORD OF THE WEEK RAYE - WHERE IS MY HUSBAND! (Official Music Video(★★★★☆)

RECORD OF THE WEEK

RAYE – WHERE IS MY HUSBAND!

(★★★★☆) Jazz met een dramatische knipoog. En een glas wijn te veel.

Je moet het maar durven. In een tijdperk van loeiharde beats, TikTok-refreinen en generieke zelfliefde-mantra’s komt RAYE met een songtitel die klinkt als een wanhopige roep op een bruiloft om drie uur 's nachts. “WHERE IS MY HUSBAND!” schreeuwt het – inclusief capslock en uitroepteken – als een muzikale Bridget Jones op hakken in de regen. En verrassend genoeg… werkt het.

Dit is geen hit uit de doos, maar een mini-drama in jazzvorm. Denk: speelse blazers, vintage piano’s, een croonende RAYE die zingt alsof ze net uit een speakeasy van de jaren 20 is gestapt, terwijl Bruno Mars in het rookhoekje een cocktail bestelt. Het is ironisch, licht hysterisch, maar bovenal: muzikaal écht knap. De timing is strak, de arrangementen filmisch, de humor precies goed gedoseerd.

RAYE weet dat ze overdrijft. Ze wíl overdrijven. Ze speelt met de clichés van de jazzdiva en het drama van een vrouw die wacht op liefde – of op de ober met een nieuwe fles prosecco. En terwijl ze zingt over ringen, rozen en misgelopen trouwfeesten, zit jij als luisteraar te gniffelen, mee te wiegen, en stiekem te denken: ja hoor, dit is wél origineel.

Niet voor iedereen – dat zeker niet. De cynische luisteraar zal afhaken bij de eerste theatrale uithaal. Maar wie meegaat in het toneelstukje krijgt een slimme, energieke en stijlvaste song voorgeschoteld.

🏆 Cijfer: 8,4
🎷 Hitpotentie: 7,8 – Jazz voor de TikTok-generatie. En dat is bijzonder.
💋 “WHERE IS MY HUSBAND!” is geen vraag. Het is een statement. En RAYE levert.


INDIE TOP 20 WEEK 39

🎶 INDIE TOP 20 – WEEK 39

De herfst is officieel begonnen, en dat hoor je terug in de lijst. Het is de week van grootse melancholie, vallende bladeren en bands die net zo hard stijgen of dalen als de temperatuur. Wolf Alice pakt de troon terug, Florence gilt iets zachter maar blijft majestueus, en Bruce Springsteen bewijst dat liefde op zondag nog steeds bestaat. Ondertussen probeert Yungblud zijn geesten bij elkaar te rapen — met wisselend succes.


1. (3) WOLF ALICE – White Horses

Orkaankracht op gitaren. De rest mag weer naar huis.
Cijfer: 8,5 – Hitpotentie: 8,9

2. (2) TOM SMITH – Life Is For Living

Klinkt alsof hij zichzelf moet overtuigen. Toch beklijft het.
Cijfer: 8 – Hitpotentie: 8,2

3. (1) FLORENCE + THE MACHINE – Everybody Scream ★ Record of the Week

Bombastisch, meeslepend, Florence in optima forma.
Cijfer: 9 – Hitpotentie: 9,5

4. (6) BRUCE SPRINGSTEEN – Sunday Love ★

The Boss predikt liefde met gospelglans. Het werkt.
Cijfer: 8,3 – Hitpotentie: 8,7

5. (4) THOM YORK – Dialing In

Minimalistisch gemompel dat wonderlijk genoeg groots klinkt.
Cijfer: 8 – Hitpotentie: 7,5

6. (7) OZARK HENRY – In The Wild

Ruikt naar herfstbos en natte jassen.
Cijfer: 7,6 – Hitpotentie: 7,4

7. (8) TAME IMPALA – Loser

Loser zijn klonk nog nooit zo aantrekkelijk.
Cijfer: 8 – Hitpotentie: 8,3

8. (12) BLAUDZUN – Stripes

Klinkt als verliefd worden op een circustentdoek.
Cijfer: 7,9 – Hitpotentie: 7,8

9. (10) OF MONSTERS AND MEN – Ordinary Creature ★

Een knuffel van een sneeuwpop in muziek.
Cijfer: 8 – Hitpotentie: 8,2

10. (15) MATT MAESON FT. MANCHESTER ORCHESTRA – Cursive 🌟 Kleine Verrassing

Een bruiloft waar iedereen huilt, maar de taart goed smaakt.
Cijfer: 8,4 – Hitpotentie: 8,6

11. (11) MIDLAKE – The Ghouls

Spookachtig, maar net te lief om eng te zijn.
Cijfer: 7,7 – Hitpotentie: 7,4

12. (14) THE LAST DINNER PARTY – The Scythe

Shakespeare-drama op de dansvloer. Theatraal en verslavend.
Cijfer: 8,1 – Hitpotentie: 8,3

13. (16) NINE INCH NAILS – As Alive As You Need Me To Be

Reznor moppert zich weer naar genialiteit.
Cijfer: 8,2 – Hitpotentie: 8

14. (5) YUNGBLUD – Ghosts 💀 Oei, wat een drama

Daalt hard. Spookt wel, overtuigt minder.
Cijfer: 7,5 – Hitpotentie: 7,6

15. (17) BETTEROV – Du Hast In Mein Herz Gemalt

Een Duitse tattoo in muziek.
Cijfer: 7,8 – Hitpotentie: 7,7

16. (18) BAZART – Begin Opnieuw

Nog steeds bezig met opnieuw beginnen.
Cijfer: 7,4 – Hitpotentie: 7,2

17. (19) THE PAPER KITES – Every Town

Alsof je door een leeg dorp fietst en toch moet huilen.
Cijfer: 7,9 – Hitpotentie: 7,8

18. (13) S. CAREY – Watercress

Verdrinkt in zijn eigen saladebak.
Cijfer: 7,2 – Hitpotentie: 7

19. (9) BIG THIEF – All Night All Day

Valt als een nachtkaars, blijft toch aandoenlijk.
Cijfer: 7,6 – Hitpotentie: 7,5

20. (--) THE LAST INTERNATIONALE – Fight For Love

Florence-echo’s met veel rook en vuur. Doet zijn werk.
Cijfer: 7,2 – Hitpotentie: 7,8

🌟 Kleine Verrassing

Matt Maeson ft. Manchester Orchestra – Cursive
Een onverwachte samenwerking die emotie en intensiteit perfect mengt. Huilen mag.

💀 Oei, wat een drama

Yungblud – Ghosts

Daalt pijlsnel. Spoken zijn leuk voor Halloween, niet voor de hitlijst.


1.3  WOLF ALICE - White Horses

2.2 TOM SMITH - Life Is For Living

3.1 FLORENCE + THE MACHINE - Everybody Scream * 

4.6 BRUCE SPRINGSTEEN - Sunday love *


5.4 THOM YORK-Dialing In

6.7 OZARK HENRY - In The Wild

7.8TAME IMPALA - Loser 

8.12 BLAUDZUNStripes

9.10 OF MONSTERS AND MEN - Ordinary Creature *

10.15 MATT MAESON FT. MANCHESTER ORCHESTRA- Cursive 

11.11 MIDLAKE - The Ghouls

12.14THE LAST DINNER PARTY - The Scythe

13.16 NINE INCH NAILS- As Alive AsYou Need Me To Be

 14.5 YUNGBLUD - Ghosts 

15.17 BETTEROV- Du Hast In Mein Herz Gemalt

16.18 BAZART - Begin Opnieuw

17.19 THE PAPER KITES- Every Town 

18.13 S. CAREY - Watercress

19.9 BIG THIEF - All Night All Day

20.-- THE LAST INTERNATIONALE - Fight For Love 


donderdag 25 september 2025

Peter Schilling - Die Wüste lebt (Live in Frankfurt 2025) (★★★☆☆) Als Major Tom op vakantie gaat naar de Sahara

Peter Schilling leeft nog. Sterker nog, hij leeft op het podium alsof het 1983 is en de koude oorlog weer vers begint. “Die Wüste lebt”, zijn theatrale oase van synthpop en filosofisch geneuzel, krijgt in Frankfurt een live-versie die ergens tussen kitsch en kosmisch zweeft. De duinen van de Duitse popgeschiedenis worden nog eens omgeschept.

De band klinkt strak, alsof ze uit de toekomst zijn gestuurd om hun leider te ondersteunen op een missie naar Mars én Mannheim. Schilling zelf ziet eruit alsof hij net uit een capsule is gestapt — netjes, bezweet, half bezeten. Zijn stem? Niet perfect. Maar wat geeft het. De man meént het. Elke kameel in de woestijn van zijn teksten krijgt een schop richting het heelal.

De live-versie voegt wat toe: een zwaardere bas, een warmere echo, en een publiek dat voor één avond gelooft dat de woestijn daadwerkelijk leeft. En dat is knap. Want laten we eerlijk zijn: “Die Wüste lebt” is geen wereldhit, maar eerder een vergeten paragraaf in het boek “Duitse synthpop voor gevorderden”.

Het is tragisch, pompeus en charmant tegelijk. Geen nummer dat je opzet voor een romantisch diner, tenzij je date fan is van obscure sciencefiction en stofstormen in D-mineur. Maar ergens tussen de plastic palmbomen en de rookmachine gloeit daar ineens iets echts.


📀 Cijfer: 7,0
📈 Hitpotentie: 5,2 (live vooral voor fans met zonnehoed en retro-T-shirt)

🛰️ “Major Tom, wir haben kein Wasser mehr.”

The Temper Trap - Giving Up Air(★★★☆☆) De ademhaling van een band op zoek naar zichzelf

De band die ooit met “Sweet Disposition” hele generaties festivalgangers in een zomerse staat van euforie bracht, keert terug. Maar met minder zon en meer schaduw. “Giving Up Air” is een song die klinkt alsof hij net wakker is geworden uit een iets te lange winterslaap. Alles zit erin: de galmende gitaarlijnen, de echo’s van een stadion dat al lang leeg is, en natuurlijk de immer zwevende falset van Dougy Mandagi. Maar toch… is het alsof de lucht een beetje opraakt.

De productie is strak. Té strak misschien. De emotie wordt keurig afgemeten, met een pipetje op de juiste plek gedruppeld. En dat terwijl de tekst snakt naar adem, naar ruimte. Naar lucht. Naar een explosie die niet komt. Het voelt als de soundtrack van een grote persoonlijke doorbraak — op papier. Maar muzikaal blijft het wat hangen in dezelfde ruimte waar Editors en White Lies ooit uit probeerden te breken.

Toch, er zit iets in. Een melancholie die blijft hangen. Een refrein dat zich langzaam vastzet in je brein, zonder dat je het doorhebt. Misschien is dat ook de kracht van deze band: ze hoeven niet altijd te schreeuwen om gehoord te worden. Maar een beetje meer risico had gemogen. We weten dat ze het kunnen. En misschien is dat wel het frustrerende aan “Giving Up Air”: het is mooi, maar je hoort wat er had kunnen zijn.


📀 Cijfer: 7,1
📈 Hitpotentie: 6,5
🌫️ Voor wie nog twijfelt of ie naar buiten moet of toch op de bank blijft zitten.

Florence + The Machine - One Of The Greats(★★★★½) Poëzie op een elektrische scheermachine

Florence Welch doet het weer. Niet schreeuwerig. Niet mainstream. Maar gewoon zeven minuten lang bezwerend, alsof ze in een verlaten kathedraal staat te preken tegen een kapotte versterker. “One Of The Greats” is geen song, het is een bezield ritueel. Een hypnotiserend gedicht dat zich laat wiegen op de rug van een gruizige gitaar, die klinkt alsof hij zijn hele jeugd heeft doorgebracht in een rokerige kelder met The Velvet Underground op repeat.

En het begint nog zo zachtjes. Alsof Florence niet zeker weet of ze wil zingen of gewoon wil fluisteren. Maar al snel duwt de muziek zich naar voren. Niet met bombast, maar met vastberadenheid. Als een dierbare vriend die niet meer vraagt of je wil luisteren, maar gewoon begint te vertellen. Over roem, kwetsbaarheid, ego en verlies. Over grootheid dus — maar dan van het soort waar je zelf aan kapot kunt gaan.

Er zit woede onder, ja. Maar ingehouden woede. Florence zingt alsof ze zichzelf net onder controle weet te houden. Net niet uit elkaar barst. De gitaar smeult. De drums schuifelen. Alles in dienst van het verhaal. En dat verhaal is persoonlijk, pijnlijk en... prachtig.

Deze track duurt zeven minuten, maar voelt als een halve dag waarin je met jezelf in gesprek was. Of met een spook dat je zelf hebt opgeroepen. Je wordt niet alleen geraakt, je wordt ook een beetje achtergelaten. Want als de muziek stopt, ben jij nog steeds daar. In stilte. En Florence is alweer weg. Op blote voeten. De nacht in.


📀 Cijfer: 9,1
📈 Hitpotentie: 7,2
🕯️ Record of the Month – Voor wie durft te luisteren tot het einde.


Goldfrapp - You Never Know (Goldfrapp Remix) (★★★★☆) De discobal glanst weer, 20 jaar later

Twee decennia geleden bliezen Alison Goldfrapp en Will Gregory ons al omver met Supernature. De plaat die klonk als glitter op een synthesizer, als Giorgio Moroder in een Berlijnse club, als robotseks met gevoel. En nu zijn ze terug met een eigen remix van “You Never Know”, alsof ze zichzelf opnieuw ontdekken — maar dit keer met de wijsheid van ouderdom en de beats van weleer.

Deze remix is geen wilde herinterpretatie, geen geweldpleging op het origineel. Nee, het is een liefdevolle update: strakker, zwaarder, maar met behoud van mysterie en glamour. Het originele nummer was al zwoel en dreigend, maar hier komt er een soort volwassen dreiging bij — alsof de glitter inmiddels stof heeft verzameld, maar nog steeds schittert onder het juiste licht.

De stem van Alison is nog altijd het equivalent van een nachtelijke omhelzing in slow-motion. Alles ademt sensualiteit, zonder vulgair te worden. Goldfrapp toont zich wederom meester in het balanceren tussen kunst en kitsch, tussen pop en performance.

Of het hitpotentie heeft? Nee. Tenzij de Berghain ineens de Top 40 overneemt. Maar dat is ook niet het punt. Dit is een viering van stijl, een terugblik zonder nostalgisch gezeur. Goldfrapp bewijst dat ouder worden niet betekent dat je passé bent. Integendeel: je weet nu precies waar je glinstert.


📀 Cijfer: 8,3
📈 Hitpotentie: 6,0
✨ Disco noir met ervaring. Je weet nu wél wat je hoorde toen.

woensdag 24 september 2025

Charlotte Gainsbourg – Blurry Moon (★★★☆): De dochter van, maar nog steeds zichzelf

Charlotte Gainsbourg zal altijd “de dochter van” blijven. Dochter van Serge, muze van, actrice in, zangeres naast. Het etiket plakt zo hard dat het inmiddels bijna onderdeel van haar stemgeluid is geworden. Blurry Moon klinkt dan ook precies zoals je verwacht: mysterieus, sensueel, maar met een soort melancholie die nooit helemaal van haarzelf lijkt.

De productie is dromerig, zwevend tussen nachtpop en arthouse-soundtrack. Een piano die net te zacht is ingespeeld, fluisterende synths, en haar kenmerkende fluisterzang die meer suggereert dan dat ze werkelijk zingt. Het voelt alsof Gainsbourg je niet toespreekt, maar iets in je oor vertrouwt waar je eigenlijk geen recht op hebt.

Toch is Blurry Moon meer dan een stamboomboodschap. Het is een nummer dat een eigen wereld creëert: vaag, wazig, maar intrigerend. Alsof je naar de maan kijkt door beslagen ramen. Je ziet niet alles, maar dat maakt het juist spannend.

De valkuil? Het blijft soms té veilig hangen in esthetiek. Mooi, maar braaf. Mysterieus, maar voorspelbaar. Het is Charlotte op haar best én haar zwakst: altijd elegant, maar nooit gevaarlijk.


📀 Cijfer: 7,4
📈 Hitpotentie: 6,9
🌙 De dochter van… maar dit is haar eigen fluisterende maanlicht.

The Clientele - House on Fire(★★★★): Sereen brandje zonder sirenes

The Clientele is zo’n band die al twintig jaar hetzelfde doet, en elke keer voelt het alsof je opnieuw thuiskomt in een huis dat altijd een beetje te groot en te leeg is. House on Fire klinkt niet als paniek, maar als contemplatie. Geen gillende sirenes, geen rennende buren, maar een klein vuurtje in de haard dat langzaam oplaait en je hypnotiseert.

De stem van Alasdair MacLean blijft dat fluisterende dagboek: breekbaar, bijna verlegen, maar net krachtig genoeg om je in de song te trekken. De gitaren glinsteren alsof ze door een regenbui heen stralen, en de drums lijken expres op afstand gehouden. Het nummer zweeft, zacht, alsof de brand waarover gezongen wordt meer innerlijk is dan letterlijk.

En toch zit er spanning onder de oppervlakte. Een gevoel dat er meer op het spel staat dan de muziek laat horen. Alsof er achter die zachte melodieën een knetterend gevaar schuilt. Precies die paradox maakt het nummer zo sterk: de schoonheid van iets dat kapotgaat, langzaam en onvermijdelijk.


📀 Cijfer: 8,3
📈 Hitpotentie: 7,2
🔥 Een huis in lichterlaaie, maar dan gefilmd in slow motion met een glimlach.

Art School Girlfriend - L.Y.A.T.T.(★★★★): Intimiteit onder een neonlamp

Art School Girlfriend maakt van elke song een bekentenis die tegelijk dichtbij en afstandelijk voelt. L.Y.A.T.T. is daarop geen uitzondering. Het begint klein, bijna onschuldig, alsof iemand zacht tegen je praat in een kamer waar alleen nog een tl-buis zoemt. En dan: laag op laag, synths die binnenstromen als mist, beats die je hartslag nadoen, en een stem die precies tussen fluisteren en zingen zweeft.

Het is muziek die je dwingt stil te blijven zitten. Geen knallende climax, geen vuurwerk, maar een zorgvuldig opgebouwde spanning die nooit écht ontploft. En toch blijf je luisteren, omdat je ergens voelt dat dit nummer niet bedoeld is voor de massa, maar voor jou alleen.

De sfeer doet denken aan The xx op een goede dag, of aan een clubavond waar je nuchter bent gebleven en daardoor alles intenser ervaart. Het is intiem zonder klef te worden, elektronisch zonder kil te zijn, en melancholisch zonder larmoyant te klinken. Kortom: het soort track dat zich niet opdringt, maar onvermijdelijk binnenkomt.


📀 Cijfer: 8,2
📈 Hitpotentie: 7,4
🌙 Een lied dat niet schreeuwt om aandacht, maar je in stilte opeist.

The Last Internationale - Fight for Love Video(★★★★): Pamflet met gitaar en een vleugje Florence


Soms heb je geen politieke speech nodig, maar gewoon een scheurende gitaar en een stem die klinkt alsof ze de barricades omver kan zingen. Fight for Love is precies dat: een pamflet in muzikale vorm. Het begint met een rif die zich vastbijt als een hond met een missie en eindigt met een refrein dat je niet meer loslaat, hoe hard je ook doet alsof je cynisch bent.

Frontvrouw Delila Paz klinkt hier als de vurige nicht van Florence Welch die in plaats van wierook een molotovcocktail heeft meegenomen. Krachtig, messcherp, maar altijd muzikaal genoeg om niet in geschreeuw te verzanden. De productie heeft dat rauwe randje waardoor het lijkt alsof het nummer rechtstreeks uit een overvolle club komt waar het plafond al druipt van de hitte.

Het nummer balanceert slim tussen rockanthem en protestsong. En ook al wordt de boodschap niet subtiel gebracht – het werkt, juist omdat het zo schaamteloos op je af komt. Dit is geen achtergrondmuziek. Dit is een vuist in de lucht.

🔥 Cijfer: 8,4

📈 Hitpotentie: 8,1
🎤 Klinkt als Florence + The Machine die zich in een vakbond heeft laten inschrijven.

dinsdag 23 september 2025

Kate Bush – Best of the Other Sides

Nieuws uit het sprookjesbos van Wuthering Heights: Kate Bush komt met een nieuwe verzamelaar. En nee, dit is niet zomaar een ‘greatest hits’ voor de Action-bak, maar een selectie uit haar vorige rariteitenkabinet The Other Sides (2018). Toen kregen we vier schijven vol obscure B-sides, covers en curiosa waar je buurman niet vrolijk van werd. Nu wordt daar dus een “best of” van gemaakt, oftewel: Kate snijdt de korstjes van haar eigen brood af en serveert het opnieuw.


Het is natuurlijk nieuws, maar het voelt ook als een soort déjà vu: Kate geeft zelden nog interviews, doet geen tours, maar elke paar jaar komt er een doosje uit de archiefkast gerold. En wij? Wij applaudisseren. Want wie wil er nou níet nog een keer ‘Experiment IV’, obscure remixen en een cover van Elton John horen, netjes opgepoetst en voorzien van een sticker ‘nieuw’?

Cijfer voor de release-idee: 7,5 (want origineel hergebruikt).
Hitpotentie: beperkt, tenzij Stranger Things nog een keer besluit om een vergeten B-side te gebruiken.