Cijfer: 6.5 – Handen omhoog. Maar voor wat eigenlijk?
Tokio Hotel probeert met Hands Up een stadionnummer te maken. Zo eentje waarbij het publiek zogenaamd extatisch meebrult, terwijl de band hun armen in de lucht gooit en denkt dat ze iets heel groots aan het doen zijn. In werkelijkheid krijg je een nummer dat klinkt als een festivalbroodje hamburger: warm, vettig, vullend, maar nergens écht lekker.
De Sound: Alles netjes binnen de hekken
Het begint veelbelovend: strakke beat, elektronisch randje, beetje spanning in de opbouw. En dan... niks. Geen lef, geen venijn. Gitaren die niet durven. Een refrein dat precies zo klinkt als alle andere refreinen op een “Stadium Pop Essentials”-playlist. Je hoort het, en denkt: dit is voor mensen die op safe willen springen.
De Tekst: Roepen om iets dat je niet voelt
"Hands up" — ja hoor. Maar waarom? Voor wie? Het klinkt alsof de band zichzelf probeert wakker te schudden. Je voelt: dit is geen oprechte energie, dit is gefabriceerde opzweperigheid. Meer fitnessles dan rocknummer.
Het Oordeel: Veilige poprock, zonder ruggengraat
Als Hands Up een persoon was, is het die vriend die altijd zegt: “Ik wil iets geks doen vanavond”, en dan eindigt met een cappuccino op de bank.
Cijfer: 6.5 – Tokio Hotel speelt het véél te veilig. Alles klopt technisch, maar nergens voel je echte urgentie. Hands Up is een nummer dat denkt dat volume en echo’s genoeg zijn om kippenvel te maken. Spoiler: dat is het niet. Je hoort de ambitie, maar je mist de ballen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten