Cijfer: ★★★½ (7,5/10)
Sam Fender is altijd de man geweest die zijn ziel op een bedje van Springsteen-gitaren legde en daar vervolgens keihard op uithaalde. Maar op People Watching lijkt het alsof hij een beetje achterover is gaan leunen, alsof hij even genoeg heeft van de emotionele uitbarstingen en in plaats daarvan met een biertje in de hand observeert hoe de wereld aan hem voorbij trekt. Het resultaat? Een degelijk, sfeervol album vol veilige nostalgie, maar net zonder dat rauwe randje dat hem zo onweerstaanbaar maakt.
Muzikaal zit het allemaal precies zoals je verwacht: epische gitaren, galmende drums en die typische “jongeman-staart-over-de-snelweg-met-een-diepgaande-gedachte”-sfeer. Alles klinkt strak, groot en stadionklaar, maar er mist iets… dat ding. Die emotie, die urgentie, dat gevoel alsof Fender zingt omdat hij anders uit elkaar zou barsten. Waar zijn eerdere werk voelde als een emotionele storm in Noord-Engeland, voelt People Watching eerder als een bewolkte dag zonder regen – mooi, sfeervol, maar zonder echte dreiging.
De teksten blijven sterk, vol observaties over het leven, de liefde en het eeuwige gevecht met jezelf, maar zonder dat felle venijn dat hem eerder zo eigen maakte. Het lijkt alsof hij wat afstand neemt van de pijn, meer beschouwend is dan doorleefd. En hoewel dat op zichzelf niet verkeerd is, maakt het dat je soms verlangt naar de ruwe, ronkende Fender die je keihard in je gezicht zingt dat alles misgaat en hij daar met volle overgave in meegaat.
Kortom, People Watching is een goed album, maar voelt meer als een compilatie van sterke momenten dan een emotionele achtbaan. Fender bewijst dat hij een meester is in het scheppen van groots klinkende nostalgie, maar hopelijk vindt hij op de volgende plaat weer dat rauwe randje terug dat ons écht meesleept.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten