alsof hij per ongeluk de studio van The Black Keys is binnengelopen en dacht: "Ach, ik blijf wel even." Lawdy Rolla is Paul Weller in bluesrock-modus, met een scheurend gitaargeluid, rammelende drums en zijn stem die ergens tussen snauwen en preken in hangt. Het swingt, het rolt, en het walst als een oude bluesman met een leren jas en een kater.
Weller is inmiddels 66, maar dit klinkt alsof hij net zijn tweede pubband is begonnen. Het nummer doet z’n best om ruig te zijn, maar je voelt dat het is opgenomen met goede koffie en een warme sjaal binnen handbereik. Toch werkt het. Hij heeft plezier, en dat hoor je. Zelfs als de tekst kant noch wal raakt – het klinkt alsof het allemaal toch klopt.
Je moet het Paul nageven: waar anderen op die leeftijd de krant hardop voorlezen, staat hij nog steeds met zijn gitaar in de fik. Of dat relevant is? Geen idee. Maar Lawdy Rolla heeft iets eigens, iets ouderwets eervols. Alsof rock-’n-roll toch niet helemaal dood is, zolang Weller nog meedoet.
Cijfer: 7,4
Hitpotentie: 4,1 – Alleen hits bij mannen met grijs haar en een platenspeler.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten