Patrick Wolf klinkt alsof hij net uit een Victoriaans drama is gestapt waar niemand iets gewonnen heeft, behalve melancholie. “The Last of England” is geen lied, het is een afscheid in slow motion. Een bitterzoete afscheidsbrief aan een eiland dat ooit trots was, en nu vooral verdwaald.
De arrangementen zijn rijk – strijkers, piano, een stem die kraakt van herinneringen – maar nergens overdadig. Wolf heeft geleerd om ruimte te laten vallen, en precies daar ontstaat de magie. De stem is kwetsbaar, breekbaar, maar draagt het gewicht van een geschiedenisboek onder z’n arm.
Het is barokpop op pantoffels. Dramatisch zonder over de top te gaan. Alsof hij Rufus Wainwright heeft opgebeld en gezegd heeft: “hou jij je even in, ik doe de rest.”
Cijfer: 8,5
Hitpotentie: 4,9 – niet gemaakt voor de hitlijsten, maar voor mensen die huilen bij het weerbericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten