Patrick Watson zet met Peter and the Wolf een nummer neer dat klinkt als een droom waar je eigenlijk nét niet in wil blijven hangen – maar toch doet. Het begint alsof iemand per ongeluk op een oude pianorol is gaan staan in een besneeuwd bos, en eindigt als een melancholische koortsdroom waarin je langzaam in een ijswak zakt terwijl iemand zachtjes je hand vasthoudt.
De zang zweeft, mompelt, ademt. De instrumentatie is breekbaar, maar tegelijk zo zorgvuldig gearrangeerd dat je bijna denkt dat de stilte ertussen belangrijker is dan de noten zelf. Dit is geen popsong, dit is een gedicht dat je fluistert tegen iemand die je toch al niet meer hoort.
Het enige dat ontbreekt, is een wolf. Maar goed, Patrick is zelf al zielig genoeg in dit sprookje.
Cijfer: 9,1
Hitpotentie: 4,3 – Alleen hit in een parallel universum waar mensen huilen bij lichtval op mos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten