Als je bij Passenger nog steeds automatisch denkt aan breekbare Britse folk en kleine liefdesverdrietjes, dan moet je even bijstellen.
“The Road Is Long” zet de richtingaanwijzer resoluut naar het westen. Dit is geen regenachtig Londen meer, maar open asfalt, wijde luchten en een Amerikaans gevoel voor onderweg zijn.
De sound is warmer, ronder en minder fragiel dan vroeger. Minder kampvuur, meer highway. Akoestische gitaren blijven de basis, maar ze klinken steviger, aardser. Alsof Passenger zijn rugzak heeft ingeruild voor een pick-up en daar opvallend comfortabel in zit.
De zang is nog steeds herkenbaar — dat licht hese, empathische timbre — maar de emotie is veranderd. Minder zelfmedelijden, meer acceptatie. Dit is geen lied over verdwalen, maar over doorgaan. De weg is lang, ja. Maar hij is ook de moeite waard.
Tekstueel blijft Passenger dichtbij zijn vertrouwde thematiek: reizen, zoeken, volhouden. Alleen klinkt het hier minder klein en meer universeel. Dat werkt, al gaat het ook een beetje ten koste van het intieme randje dat hem ooit zo onderscheidend maakte.
Peter Pannekoek zou zeggen:
“Dit is Passenger die niet meer in zijn kamer zit te schrijven, maar gewoon is gaan rijden.”
Pieter Derksen zou schrijven:
“Het lied strekt zich uit als een weg zonder haast. Niet om ergens aan te komen, maar om te blijven bewegen.”
Marcel van Roosmalen zou brommen:
“Ik mis het geploeter van vroeger een beetje. Maar dit klinkt wel alsof hij eindelijk weet waar hij heen gaat.”
“The Road Is Long” markeert daarmee een duidelijke fasewisseling. Het is niet zijn meest ontroerende nummer, maar wel een overtuigend volwassen. Passenger klinkt hier als iemand die zijn plek heeft gevonden — en daar rustig in blijft.
Eindoordeel
Sterren: ★★★★☆
Cijfer: 7,9
Solide, warm en overtuigend — minder breekbaar, maar met een duidelijke richting.
Hit score: 7,6
Sterk voor radio en playlists; geen instant klassieker, wel een betrouwbare langeafstandsloper.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten