Het idee klinkt als een droom:
Bon Jovi en Bruce Springsteen, samen, één track, één boodschap, één Americana-epos.
De uitwerking is eerder:
“wat als twee vaders met gitaar een open podium betreden en besluiten een lied te schrijven over het gemis van… iets.”
Wat? Dat blijft onduidelijk.
Identiteit? Jeugdigheid? De tijd dat hun stemmen nog niet krasten?
Hollow Man klinkt alsof beide heren hun ziel op tafel leggen,
maar per ongeluk de placemats van iemand anders hebben meegenomen.
Bon Jovi zingt alsof hij net ontdekt heeft wat melancholie is.
Bruce probeert het te redden met wat rasp en soul,
maar ook hij weet: deze samenwerking is een puzzel waarvan één stukje in een andere doos zit.
De tekst is vaag en plechtig:
“I am a hollow man” –
tja, na vijf decennia stadionrock mag dat misschien ook.
Maar of je het op een song moet plakken is een tweede.
Muzikaal kabbelt het veilig voort.
Akoestische gitaren. Beetje strijkers. Wat galm.
Een ballad die zich groot voordoet,
maar uiteindelijk in het bushokje van de middelmaat eindigt.
Het is niet slecht.
Maar dat is het probleem.
Het had slecht mogen zijn. Of briljant. Of pijnlijk. Of gedurfd.
Maar nu is het vooral:
een zondagmiddagwandeling in spijkerjas. Met tegenwind.
Cijfer: 6,3
Hitpotentie: 7,0 – Te groot om te negeren, te tam om te onthouden.
Het soort samenwerking dat je begrijpt als je zelf 60 bent en weer een nieuwe motor koopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten